Vanaf het seizoen 2025-2026 voert Voetbal Vlaanderen een belangrijke verandering door in het Belgische jeugdvoetbal. De nieuwe maatregel is gericht op het verminderen van het ‘geboortemaandeffect’, een fenomeen waarbij jongere spelers binnen een leeftijdscategorie structureel benadeeld worden ten opzichte van hun oudere teamgenoten. Dankzij deze hervorming krijgen alle jonge voetballers in België een eerlijke kans om zich te ontwikkelen en door te groeien naar een hoger niveau.
Wat is het geboortemaandeffect en waarom is het een probleem?
Op dit moment worden jeugdspelers ingedeeld op basis van het kalenderjaar. Hierdoor hebben kinderen die in januari geboren zijn een natuurlijke voorsprong op hun leeftijdsgenoten die later in het jaar, bijvoorbeeld in november of december, jarig zijn. Dit verschil uit zich niet alleen in fysieke kracht en motorische vaardigheden, maar ook in speelkansen en selectiemogelijkheden.
Uit statistieken blijkt dat dit effect zelfs op professioneel niveau merkbaar is. Zo is 39% van de Belgische elitejeugd (hoogste niveau van de jeugd in België) geboren in het eerste kwartaal van het jaar, terwijl slechts 13% van de talenten in het laatste kwartaal jarig is. Ook in de Jupiler Pro League zien we een onevenwichtige verdeling: bijna 30% van de spelers is geboren in de eerste drie maanden, tegenover slechts 19% in de laatste drie maanden van het jaar.
Nieuwe spelregels in het jeugdvoetbal vanaf 2025-2026
Om dit probleem aan te pakken, introduceert Voetbal Vlaanderen een vernieuwde teamindeling voor jeugdspelers. De belangrijkste verandering is dat de peildatum voor teamindelingen voortaan zal roteren:
- Spelers geboren in de eerste zes maanden van het jaar schuiven na de jaarwisseling door naar een oudere leeftijdsgroep.
- Spelers die in de tweede helft van het jaar geboren zijn, blijven in hun oorspronkelijke leeftijdscategorie.
Door deze dynamische indeling krijgen jongere spelers binnen een jaargang de kans om tot de oudsten van hun team te behoren. Dit bevordert hun zelfvertrouwen, ontwikkeling en speelkansen.
In het westen van het land wordt een andere aanpak gebruikt. De leeftijdscategorieën worden daar iets breder, namelijk van 12 naar 18 maanden. Clubs mogen zelf bepalen hoe ze hun teams indelen.
Wat verandert er op eliteniveau?
Ook in de elitecompetities worden nieuwe maatregelen doorgevoerd. De Pro League introduceert een quotasysteem waarbij een maximaal aantal spelers uit de eerste twee kwartalen van het jaar en een minimaal aantal uit de laatste twee kwartalen wordt toegestaan. Dit zorgt voor een betere balans in de talentontwikkeling en voorkomt dat laatgeboren spelers structureel benadeeld worden. De exacte invulling van deze regeling wordt later dit jaar bekendgemaakt.
België loopt voorop in Europa
Met deze hervorming is België het eerste land in Europa dat concrete maatregelen neemt tegen het geboortemaandeffect. De Nederlandse voetbalbond (KNVB) experimenteert al langer met oplossingen, maar heeft nog geen definitieve beslissingen genomen. Hierdoor wordt het Belgische systeem met veel interesse gevolgd door andere landen.
Zijn er nadelen aan deze nieuwe aanpak?
Dit beleid brengt niet alleen voordelen met zich mee, er zullen namelijk ook wat problemen ontstaan met dit beleid. Een voorbeeld hiervan is dat voetballers maar een half jaar met hetzelfde team spelen, zo kan het bijvoorbeeld zijn dat halverwege het seizoen opeens een vriendje van jou naar een groep hoger moet waardoor je niet meer met elkaar voetbalt.
Een ander voorbeeld is dat de overgangsfase best lastig kan zijn voor de kinderen die halverwege het seizoen pas op het hele veld gaan spelen in plaats van half veld. Zij zullen namelijk tegen kinderen moeten voetballen die dit al een half jaar doen waardoor de kinderen benadeeld worden.
Ook voor trainers kan dit nieuwe beleid onprettig aanvoelen, omdat zij per jaar met twee verschillende groepen zullen werken en niet meer het hele jaar dezelfde groep begeleiden.
De vraag is dus of de voordelen opwegen tegen de nadelen die dit beleid met zich meebrengt. De KNVB heeft in ieder geval aangegeven dat zij erg blij zijn dat België zich opstelt als “proefkonijn”, zodat zij in ieder geval eerst bij de zuiderburen kijken of dit beleid een succes is.